Rechtspraak Hulppost Tunnel Doebros Rijkswaterstaat

Rechtspraak: Memo van overheid naar marktpartijen stand der techniek

Doebros BV is houder van het inmiddels vernietigde Europese octrooi EP 1 224 954 op een hulppost voor een tunnel. Vriesendorp & Gaade stond Rijkswaterstaat bij tijdens de vernietiging van dit octrooi. Opvallend: zowel de Nederlandse rechter als het Europees octrooibureau oordeelden dat het octrooi nietig was in het licht van een memo dat door Rijkswaterstaat naar Doebros was gestuurd.

Het Europese octrooi van Doebros BV (inmiddels Doeschot BV) is gericht op een hulppost die is voorzien van een publieksdeel en een professioneel deel met elk een eigen deur. Het publieksdeel bevat een poederblusser en een brandslang. Het professionele deel bevat de aansluitingen voor de brandweer. Het idee hierachter is dat het publiek bij een calamiteit direct naar de voor haar bestemde blusmiddelen wordt geleid zonder te worden afgeleid door de professionele apparatuur.

Hulpposten worden al lang in tunnels toegepast. De technische eisen zijn geformuleerd in de oude openbare Richtlijn van Rijkswaterstaat “Vervoer Gevaarlijke Stoffen door Tunnels” uit 1992. In deze richtlijn is beschreven dat een hulppost is voorzien van twee deuren, echter nog zonder onderscheid tussen een publieksdeel en een professioneel deel. Dit laatste idee is van een projectleider van Rijkswaterstaat. De projectleider heeft het idee in een memo vastgelegd dat hij naar twee leveranciers van hulpposten heeft verstuurd, namelijk de firma Ajax de Boer BV en de firma Doeschot BV.

Later bleek dat Doeschot kort na het memo een Europees octrooi had aangevraagd. Vriesendorp & Gaade heeft namens Rijkswaterstaat vernietiging van het Nederlandse deel van het Europese octrooi gevorderd bij de Nederlandse rechter en heeft gelijktijdig op dezelfde gronden een oppositieprocedure gestart bij het Europees Octrooibureau om de nietigheid van het gehele Europese octrooi te kunnen vorderen.

Eind januari 2016 is het Europese octrooi naar aanleiding van de oppositie door Rijkswaterstaat definitief door het Europees Octrooibureau vernietigd. Door de vernietiging van het Europese octrooi kunnen alle leveranciers van hulpposten vrij leveren voor de geplande tunnels. Uiteindelijk is dit een kostenbesparing voor de Nederlandse belastingbetaler. Ajax de Boer is eveneens een oppositieprocedure gestart tegen het Europese octrooi, maar niet op basis van het memo.

Het belangrijkste bewijs voor het gebrek aan nieuwheid is dat het idee voor de hulppost al voor de prioriteitsdatum van het Europese octrooi openbaar was gedeeld via het memo van Rijkswaterstaat aan diverse marktpartijen. Dit openbare voorgebruik diende onomstotelijk te worden bewezen om het Europese octrooi te kunnen vernietigen.

Tijdens de Nederlandse procedure heeft Doeschot steeds ontkend bekend te zijn geweest met het memo van Rijkswaterstaat. Ajax de Boer heeft vanuit haar archieven aan Rijkswaterstaat het bewijs kunnen aanleveren dat het memo echt is, en dat het daadwerkelijk door Rijkswaterstaat is verstuurd en door Ajax de Boer BV is ontvangen. De Rechtbank en in vervolg daarop het Gerechtshof hebben dit bevestigd. Verder is vast komen te staan dat er rond het memo geen sprake was van geheimhouding of vertrouwelijkheid. Integendeel, Rijkswaterstaat betrekt in het algemene belang zoveel mogelijk marktpartijen bij aanbestedingen. De Nederlandse rechter heeft daaraan nog toegevoegd dat het memo ook middels een WOB procedure had kunnen worden opgevraagd, waarna publicatie volgt van de opgevraagde documenten. Ook om die reden kan een memo van de overheid naar marktpartijen als stand der techniek gelden.

De Rechtbank heeft op basis van het memo het Nederlandse deel van het Europese octrooi vernietigd. De vernietiging is opnieuw bevestigd door het Gerechtshof. Het Europees octrooibureau is in oppositieprocedure steeds op de hoogte gehouden van de bewijswaardering in de Nederlandse rechtsprocedure. De goede expertise van de Nederlandse rechter op het gebied van de bewijswaardering van openbaar voorgebruik heeft meegewogen in de parallelle Europese oppositieprocedure. Het Europees Octrooibureau heeft van oudsher meer moeite met het aannemen van openbaar voorgebruik.

Het Europees octrooibureau heeft in haar voorlopige opinie de bewijswaardering van het openbare voorgebruik door de Nederlandse rechter grotendeels overgenomen. Als extra bewijs werd nog verzocht om het originele memo uit het archief van Ajax de Boer, dat natuurlijk beschikbaar was. Uiteindelijk heeft Doeschot, nog voordat de mondelinge behandeling van de oppositie plaatsvond, het Europees Octrooibureau verzocht het Europees Octrooi te vernietigen.

De procedure bij de Nederlandse rechter heeft steeds voorgelopen op de oppositieprocedure bij het Europees Octrooibureau. De Nederlandse rechter zag geen aanleiding om zijn uitspraak aan te houden totdat er door het Europees Octrooibureau was beslist over het lot van het octrooi. De vertragingstactieken die Doeschot uitvoerde in de Europese oppositieprocedure hebben daarom geen invloed gehad op de procedure bij de Nederlandse rechter. Integendeel, de uitspraken van de Nederlandse Rechtbank en het Gerechtshof hebben positief gewerkt in de vertraagde Europese oppositieprocedure.

Voor meer informatie:

EP 1 224 954 (via Espacenet)
Samenvatting vonnis Rechtbank (via Boek 9)

Vermoedt u dat uw activiteiten worden gehinderd door een octrooi van een derde en wilt u dit octrooi net als Rijkswaterstaat vernietigen? Neem contact met ons op om de mogelijkheden voor vernietiging of oppositie te bespreken.